Toespraak Holocaustherdenking 30 januari 2022

Shalom chaverim, (sjabath shalom),

Sinds ik in Gouda woon, ga ik hier naar de kapper. Laat ik hem David noemen.

Door de lockdown is dat kappersbezoek te lang geleden. Deze week had ik hem aan de lijn en binnenkort heb ik gelukkig weer een afspraak.

David is Joods. Hij diende zelfs ooit in het leger tijdens de Yom Kippoer-oorlog. Inmiddels is hij de 70 gepasseerd. Hij denkt nog niet aan een pensioen en knipt wekelijks vele mannen. Het is een leuke en enthousiaste gabber. Zoals bij veel kappers: je betaalt niet alleen voor de knipbeurt, maar ook voor de beleving en het gesprek.

Door de wonderlijke omzwervingen die die dit leven brengen kan, woont en werkt hij al tientallen jaren in Gouda. Hij houdt van de stad. Fietst en sport er graag en wijst hij me ongevraagd op goede restaurants en de laatste roddelpraat.

David is van 1951. Zijn ouders overleefden de holocaust. Dat gold niet voor familieleden. Of voor al die andere Joden binnen en buiten Gouda die systematisch zijn vermoord. Meer dan 6 miljoen individuele gevallen. Alle Joden moesten dood. Niet eens zo heel lang geleden. In demonische taal werd dit de ‘Endlösung’ (eindoplossing) van een vraag genoemd.

Zo bouwde men moordfabrieken als Sobibor, Auschwitz en Treblinka. Mooie levens werden gesmoord in desinfectiekamers en efficiënt verbrand. Niet vanzelf natuurlijk.

Uitsluiting begint gemeen subtiel. Bijvoorbeeld als Gouwenaars met een Joods paspoort hun fiets moeten inleveren bij de stadserf aan de Turfmarkt. 

Meer dan ooit is het van belang hier ook in Gouda aandacht voor te blijven vragen. Vrijheid blijft broos.

Gisteren reed ik op de Bloemendaalseweg en de Ridder van Catsweg. Elke dag fietsen daar 6.000 mensen dwars door onze stad langs fraaie villa’s en oude boerderijen. Ter hoogte van het ziekenhuis bevindt zich een bosschage. Een stukje groen met daarvoor een kleine herdenkingsplaats.

Ik stapte van mijn fiets en ontdekte er 9 Stolpersteine. Struikelsteentjes die dankzij Soesja Citroen en vele anderen overal in de stad zijn aangebracht. Hier stond ooit een hoeve. Joodse jongeren werden daar opgeleid om in Palestina het nieuwe land te gaan bebouwen. Op de jeugdfarm Catharinahoeve woonden in 1940 circa 18 jongeren. In 1943 doken ze onder; de helft ervan werd binnen 2 jaar toch vermoord.

De jaartallen doen je huiveren. Bijvoorbeeld:

  • Jettie Aalsvel. Geboren 1923. Vermoord in 1945 in Midden-Europa
  • Abraham Hamburger. Geboren 1923. Vermoord in 1943. Sobibor
  • Martijn Koppel. Geboren 1924. Vermoord in 1943. Sobibor

Door hun namen te noemen, zijn ze niet geheel gestorven. Zo luidt althans het Joodse spreekwoord. Wát verdrietig is dit.

Jaarlijks bezoek ik diverse 100-jarigen. Deze mensen, die ik net noemde,  hadden allemaal nog kunnen leven. In plaats daarvan werd hun plek van hoop en toekomst ingenomen door de bezetter. Tijdens de WOII gebruikte de Sicherheitsdienst (SD) de Catherinahoeve als hoofdkwartier. Een broeinest van idealen werd een plaats van verhoor en zelfs moord. Uiteindelijk is het gebouw in 1981, het jaar waarin ik ter wereld kwam, gesloopt.

Terug naar David. Ik vroeg hem toestemming om dit verhaal te vertellen. Namelijk dat talloze Joden na de oorlog het leven weer oppakten en zich overal vestigden. Ook in Gouda. ‘Dat is goed. Maar wees voorzichtig. Het antisemitisme is weer sterk aanwezig.’ David is dan ook niet zijn echte naam.

Vreemd eigenlijk. Er wonen ruim 74.000 mensen in onze mooie stad. Iedereen moet zich daar veilig voelen. Ook David die eigenlijk anders heet. Voor hem en voor al die anderen die last hebben van onderdrukking, uitschakeling, misbruik en discriminatie vraag ik uw aandacht. Zijn we vandaag stil.

Extra stil.

Gouda viert haar verjaardag. In de afgelopen 750 jaar was het kwaad nooit ver weg. In de periode ‘40-‘45 was het zelfs aardedonker. Zullen we dit blijven herdenken en gedenken? En nog meer: het leven vieren! De veelkleurigheid vieren.

Leven!

Lechaim!

Bekijk de hele Holocaustherdenking.